Elke dag van het jaar op de piste staan kan maar in weinig skigebieden. Wel kunnen steeds meer pistes kunstmatig worden besneeuwd. Ideaal voor de wintersporters die vroeg of juist heel laat in het seizoen de bergen opzoeken. Maar hoe wordt kunstsneeuw eigenlijk gemaakt?
Kunstsneeuw in een notendop
Allereerst moet je weten wat het verschil is tussen `echte’ sneeuw en kunstsneeuw. Als je ooit een close up van een sneeuwvlok hebt gezien ken je de zeshoekige kristalvorm. Dit is de typische beeld van de natuurlijke ijskristal en is niet na te maken. Daarom zien de kristallen van kunstsneeuw er anders uit. Deze zijn rond en blijven daarom niet goed aan elkaar plakken. Wel blijft deze neppoeder langer liggen dan echte sneeuw.
Hoe kunstsneeuw wordt gemaakt
Om kunstsneeuw te kunnen maken moet de temperatuur buiten onder nul zijn. Het water schiet uit het kanon en verandert door deze hoge druk in een dunne nevel. Deze kleine deeltjes vallen op de piste en zorgen ervoor dat jij je afdaling kunt maken. Het water komt vaak uit reservoirs of aangelegde meertjes in de bergen. Dus als je links of rechts van de piste een bevroren vijver ziet, weet je dat daar waarschijnlijk de kunstsneeuw vandaan komt. Een hele piste met kunstsneeuw voorzien als er geen vlokje natuursneeuw is, is in de meeste skigebieden helaas geen optie. De kanonnen produceren maar enkele centimeters aan sneeuw per dag. Daarbij moet de omstandigheden optimaal zijn, wil de sneeuw blijven liggen.
De nadelen van kunstsneeuw
Allereerst is zo’n sneeuwkanon een enorme energievreter. Daarbij wordt er natuurlijk erg veel CO2 uitgestoten. Iets wat we in deze tijd natuurlijk niet echt kunnen gebruiken. Ook kost het erg veel water om de kunstsneeuw te produceren. Op veel plekken zijn er voldoende reservoirs, maar ook hier kan het tot schaarste leiden. Een ander nadeel is dat sommige skigebieden de sneeuw onnatuurlijk lang laten liggen. Dit heeft tot gevolg dat de natuurlijk langer in de winterfase blijft dan normaal. Dit kan schadelijk zijn voor verschillende planten- en diersoorten. Als laatste argument tegen kunstsneeuw is het wintersportgevoel. De afdalingen voelen net iets anders aan en dit neemt – volgens critici – het plezier aan de piste een beetje weg.
Kosten
Eén van de belangrijkste tegenargumenten gaat over de kosten. Er hangt natuurlijk ook een prijskaartje aan de kunstsneeuw. Een sneeuwkanon kost al gauw zo’n € 30.000,-. Hier bovenop komen nog alle bijkomende kosten voor het besneeuwen. Dit is dus een hele investering. Helemaal als je je bedenkt dat sommige skigebieden over enkele honderden sneeuwkanonnen beschikken. Grote skigebieden geven elke winter een paar miljoen uit om de pistes zo wit mogelijk te houden. Natuursneeuw komt gratis en voor niks uit de lucht vallen, maar kunstsneeuw is natuurlijk een stuk betrouwbaarder. Vooral in het voor- en naseizoen.
Heb jij lieve echte sneeuw of kunstsneeuw op de piste liggen?